Op zoek naar een geschikt

en betaalbaar notariskantoor?

Basisregels

Vóór alles geldt dat het recht van toepassing is dat u zelf hebt uitgekozen, de zogenaamde rechtskeuze. Als u geen rechtskeuze hebt gedaan, bepaalt het verdrag welk recht van toepassing is op uw huwelijksvermogensregime. De belangrijkste criteria die het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 daarbij hanteert zijn of u uit een nationaliteitsland of woonplaatsland afkomstig bent. En of u op het moment van de huwelijkssluiting een gemeenschappelijke nationaliteit heeft (of had). Drie belangrijke begrippen uit het verdrag zijn dus;

  • nationaliteitsland
  • woonplaatsland
  • gemeenschappelijke nationaliteit

Hieronder worden eerst deze drie begrippen van het verdrag uitgelegd. Daarna volgt een uiteenzetting van de regels die gelden wanneer u geen rechtskeuze uitbrengt.

Nationaliteitsland
In sommige landen geldt de regel dat het huwelijksvermogensrecht van dàt land van toepassing is, waarvan de beide echtgenoten (of in sommige gevallen één van de echtgenoten) de nationaliteit hadden (c.q. had) op het moment van huwelijkssluiting. Al deze landen worden in dit onderdeel van de site nationaliteitslanden genoemd.


Woonplaatsland
In andere landen daarentegen geldt de regel dat het huwelijksvermogensrecht van dàt land van toepassing is waarin beide echtgenoten (meestal direct na de huwelijkssluiting) een gemeenschappelijke woon- en verblijfplaats (hierna woonplaats genoemd) hadden. Al deze landen worden in dit onderdeel van de site woonplaatslanden genoemd.

Gemeenschappelijke nationaliteit
Wanneer u en uw echtgenoot vóór het huwelijk dezelfde nationaliteit hebben, dan heeft u volgens het verdrag een gemeenschappelijke nationaliteit. U heeft ook een gemeenschappelijke nationaliteit wanneer één van u de nationaliteit van de ander vrijwillig door het huwelijk of na de huwelijkssluiting heeft gekregen. Dat is het geval als één van de echtgenoten deze wenst of die nationaliteit niet afwijst terwijl dat wel mogelijk is. Indien u beiden meer dan één gemeenschappelijke nationaliteit heeft, dan moet u voor de uitleg van de regels van het verdrag er van uitgaan dat u niet een gemeenschappelijke nationaliteit heeft.

Bijvoorbeeld: u en uw echtgenoot hebben beiden zowel de Nederlandse als de Italiaanse nationaliteit. U heeft allebei deze beide nationaliteiten vrijwillig verkregen. Voor de uitleg van de regels van het verdrag moet u er van uitgaan dat u geen gemeenschappelijke nationaliteit heeft.

 

De hoofdregel

Wanneer u geen rechtskeuze heeft uitgebracht voor uw huwelijksvermogen is het recht van het land waar u beiden direct na de huwelijkssluiting gezamenlijk gaat wonen van toepassing.

Bijvoorbeeld: u heeft de Franse nationaliteit en uw echtgenoot heeft de Luxemburgse nationaliteit. U gaat na uw huwelijk in Nederland wonen. Dan is het Nederlands recht van toepassing (let wel: Luxemburg en Frankrijk zijn verdragspartij en passen dezelfde regels toe).


Bijvoorbeeld: u heeft de Nederlandse nationaliteit en uw echtgenoot heeft de Turkse nationaliteit. U gaat na uw huwelijk in Nederland wonen. Het Nederlandse recht is van toepassing (let wel: Turkije is geen verdragspartij. De Turkse autoriteiten passen andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen dus tot een andere conclusie komen. Dit is bijvoorbeeld van belang indien u of uw echtgenoot in Turkije een huis bezit).


Uitzonderingen op de hoofdregel

Op deze hoofdregel worden uitzonderingen gemaakt. Die uitzonderingen doen zich alleen voor wanneer u en uw echtgenoot een gemeenschappelijke nationaliteit hebben.

Eerste uitzondering op de hoofdregel
U en uw echtgenoot hebben allebei de gemeenschappelijke nationaliteit van een nationaliteitsland dat bij het verdrag is aangesloten. U vestigt zich na het huwelijk beiden in hetzelfde land. In dat geval geldt het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit.

Bijvoorbeeld: u en uw echtgenoot hebben beiden de Nederlandse nationaliteit en gaan na uw huwelijk in Engeland wonen. U houdt een bankrekening aan in Nederland. Nederland is een nationaliteitsland. Vanuit Nederlands oogpunt bezien is Nederlands recht van toepassing op uw huwelijksvermogen (let wel: Engeland is geen verdragspartij. De Engelse autoriteiten passen andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen dus tot een andere conclusie komen. Dit is bijvoorbeeld van belang indien u of uw echtgenoot vermogen in Engeland heeft.).

 

N.B. bovenstaande uitzondering op de hoofdregel geldt niet als u allebei voor uw huwelijk al vijf jaar in een woonplaatsland woonde en daar na uw huwelijk blijft wonen. Dan geldt weer de hoofdregel, dat het recht van de woonplaats van toepassing is.

Bijvoorbeeld: u en uw echtgenoot hebben beiden de Nederlandse nationaliteit. U gaat na uw huwelijk in Engeland wonen. Engeland is een woonplaatsland. U woonde daar overigens allebei al meer dan vijf jaar. In dat geval is vanuit Nederlands oogpunt Engels recht op uw huwelijksvermogen van toepassing (let wel: Engeland is geen verdragspartij. De Engelse autoriteiten passen andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen dus tot een andere conclusie komen. Dit is bijvoorbeeld van belang indien u of uw echtgenoot vermogen in Engeland heeft.).


Tweede uitzondering op de hoofdregel
U heeft de gemeenschappelijke nationaliteit van een nationaliteitsland dat niet is aangesloten bij het verdrag. U gaat beiden wonen in een nationaliteitsland. Of het land waar u gaat wonen wel of geen partij is bij het verdrag, is hierbij niet van belang. In dat geval geldt het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit.

Bijvoorbeeld: u en uw echtgenoot hebben gemeenschappelijk de Duitse nationaliteit. Duitsland is een nationaliteitsland dat niet bij het verdrag is aangesloten. U gaat beiden na uw huwelijk in Nederland wonen. Dan is Duits recht van toepassing (let wel: Duitsland is geen verdragspartij. De Duitse autoriteiten passen andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen dus tot een andere conclusie komen. Dit is bijvoorbeeld van belang indien u of uw echtgenoot vermogen in Duitsland heeft.).


Derde uitzondering op de hoofdregel
U heeft een gemeenschappelijke nationaliteit en vestigt zich na uw huwelijk niet in hetzelfde land als uw echtgenoot. Het doet er niet toe of u in dit geval de nationaliteit van een nationaliteit- of van een woonplaatsland heeft. In dat geval geldt het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit.

Bijvoorbeeld: u en uw echtgenoot hebben beiden de Britse nationaliteit. U komt beiden uit Engeland. Engeland is een woonplaatsland dat niet bij het verdrag is aangesloten. Na uw huwelijk gaat u in Nederland wonen, maar uw echtgenoot blijft in Engeland wonen. Dan is Engels recht van toepassing (let wel: Engeland is geen verdragspartij. De Engelse autoriteiten passen andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen dus tot een andere conclusie komen. Dit is bijvoorbeeld van belang indien u of uw echtgenoot vermogen in Engeland heeft.).


Voor die gevallen waarin er wel sprake is van een gemeenschappelijke nationaliteit en een gemeenschappelijke eerste woonplaats, maar die niet vallen onder de bovengenoemde uitzonderingsregels geldt de hoofdregel dat het recht van de woonplaats van toepassing is.

Bijvoorbeeld: u en uw echtgenoot hebben beiden de Duitse nationaliteit. Duitsland is geen verdragsland, maar wel een nationaliteitsland. Uw eerste gezamenlijke gewone verblijfplaats is in Engeland. Engeland is een woonplaatsland maar geen verdragsland. Dan is Engels recht van toepassing (let wel: Duitsland en Engeland zijn geen verdragspartij. De Duitse en Engelse autoriteiten passen andere regels dan de verdragsregels toe en kunnen dus tot een andere conclusie komen).

 

Restcategorie

Het verdrag bevat nog één regel voor een zeldzame restcategorie. Wanneer u en uw echtgenoot geen gemeenschappelijke woonplaats hebben en u heeft geen gemeenschappelijke nationaliteit dan is van toepassing het recht van het land waarmee uw huwelijksvermogensregime het nauwst is verbonden.

Bijvoorbeeld: u heeft de Nederlandse en uw echtgenoot de Luxemburgse nationaliteit. U blijft na uw huwelijk in Nederland wonen en uw echtgenoot in Luxemburg. Samen heeft u een woning in Nederland en het vermogen van u beiden is in Nederland belegd. Dan is Nederlands recht van toepassing op het huwelijksvermogen. Als er tenminste geen andere omstandigheden zijn, waardoor het vermogen sterker is verbonden met het Luxemburgse recht (let wel: Luxemburg is verdragspartij en past dezelfde regels toe).