Op zoek naar een geschikt

en betaalbaar notariskantoor?

Nieuwe notariswet

Hoofdpunten uit de nieuwe wet
Een aantal prijzen van de notaris zijn vrij. In de onroerendgoedpraktijk en de familiepraktijk van de notaris golden vaste tarieven. Die zijn vanaf 1 oktober 1999 geleidelijk vrijgelaten. Dus loont het de moeite prijzen te vergelijken tussen notarissen. Via deze website (klik hier) kan je eenvoudig de notaris tarieven vergelijken van elke notaris in uw regio. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op het notarisambt waarbij de prijzen in de onroerendgoedpraktijk geleidelijk worden vrijgelaten en in de familiepraktijk nog slechts aan maxima worden gebonden. Dit zal naar verwachting een toenemende concurrentie op prijs en kwaliteit onder notarissen tot gevolg hebben.

De wet liberaliseert tevens het vestigingsbeleid voor notarissen. Nu is het aantal notarissen nog beperkt door een bij wet geregeld standplaatsensysteem. Sinds 1 oktober 1999 kan een notaris worden benoemd op een door hem gekozen plaats van vestiging wanneer hij goedkeuring krijgt voor zijn ondernemingsplan.

De huidige vereniging Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie is opgegaan in een publiekrechtelijk lichaam, als bedoeld in artikel 134 van de Grondwet, met verordenende bevoegdheid. De beroepsgroep kan dus zelf verbindende regelingen treffen voor in de wet genoemde onderwerpen zoals de beroeps- en gedragsregels, de beroepsopleiding, de verplichtingen van de notaris en de kandidaat-notaris gedurende de stageperiode.

Andere onderwerpen die door de nieuwe wet vernieuwing hebben ondergaan zijn het financieel toezicht, de bescherming van cliëntengelden, de waarneming, het tuchtrecht en het toezicht. Zo is er een onafhankelijk Bureau Financieel Toezicht opgericht, dat al dan niet naar aanleiding van klachten, onderzoek kan doen naar notarissen.

Maximumtarieven familiepraktijk
Ook in de familiepraktijk is in na de inwerkingtreding van de wet vrije prijsconcurrentie mogelijk. Maximumtarieven in de familiepraktijk blijven nodig om zeker te stellen dat – mochten de prijzen stijgen – met name de lagere inkomensgroepen voldoende toegang houden tot deze dienstverlening.